Reacties na het WK beloften

Reacties na het WK beloften

Eli Iserbyt had de brede glimlach toen hij de perszaal betrad voor de persconferentie. ‘Ik had nochtans geen goed gevoel bij het begin van de race. Mijn hartslag was minder dan normaal. Ik kon niet meteen achtervolgen. In de voorlaatste ronde kwam ik erdoor en ik kreeg ik terug kracht. Adam maakte veel te vlug het zegegebaar en dat was goed voor ons. Op het einde van de race was ik echt sterk. Ik blijf nog bij de beloften rijden volgend jaar en nog niet klaar voor bij de elite te strijden. Misschien rijd ik wel enkele profcrossen.’

Zilveren medaillewinnaar Adam Toupalik vergiste zich van ronde en maakte al bij het ingaan van de laatste ronde het zegegebaar. Hilariteit alom! Maar de Tsjech herpakte zich razendsnel en spurtte nog mee voor de zege. ‘Ik dacht echt dat ik gewonnen had. Iemand had me toe geroepen dat ik in de laatste ronde zat. Maar toen ik Quinten en Eli voorbij zag rijden, wist ik dat ik mis was. Ik was te weinig gefocust. Ik duwde nog door, maar Eli was sterker in de spurt. Of ik anders zou gewonnen hebben? Dat is moeilijk te zeggen.’

Quinten Hermans was toch een beetje ontgoocheld met de derde plaats. ‘Ik kwam om te winnen. Ik ben blij dat Eli nog wint, zo blijft het in eigen land en in de ploeg. Maar ik ben toch een beetje ontgoocheld. Ik heb er niettemin hard voor gewerkt en het brons is ook uniek. Ik ben er blij mee. Vooraf had coach Rudy De Bie gezegd dat we niet achter elkaar mochten rijden, maar voor elkaar. Als een andere Belg ging, kwam dat goed uit. Zo kon je zelf wat recupereren. Het was de goede tactiek, de beste manier om te winnen. Door de fout van Adam konden we nog terugkomen, dat was goed voor ons. Het geval met Femke Van den Driessche deed de coach geen deugd. Het was niet goed voor de sport. Maar zij heeft individueel behandel,’besloot Quinten.

Bondscoach Rudy De Bie was ontroerd nadat Iserbyt wereldkampioen werd en Quinten het brons pakte. ‘Het evenement had dit nodig na het debacle van gisteren. Eli heeft dat dik verdiend. Hij was de beste in koers. Hij kan nu een gans jaar in die regenboogtrui rijden en dat is mooi. Gaf het tactisch steekspel van de Belgen de doorslag? Dat weet ik zo niet. Eli heeft samen met Quinten een verstandige koers gereden.

Ook Kris Wouters was zichtbaar tevreden.’Ik ben een fiere ploegleider van het hele team. We behalen hier goud en brons, de vierde(Thijs Aerts), de tiende(Daan Soete) en de zeventiende plaats(Nicolas Cleppe). Iedereen heeft hard gewerkt. Alles zat mee. Toupalik juichte een ronde te vroeg, valpartijen… Het was niet goed voor hartlijders. Ik ben heel blij met de afloop. Vijf jaar geleden zijn we met een project begonnen met Young Telenet Fidea. Dit is al de tweede keer dat we daar de vruchten van plukken. Het eerste was met Wout Van Aert. Maar die is spijtig genoeg vertrokken. Maar deze mannen zitten bij ons en zie het resultaat,’aldus nog Wouters.

Ook Petr Dlask stond te glunderen bij het podium. ‘Als je me maandag zou gevraagd hebben wat we zouden doen, wist ik niet wat zeggen. Dat had ik niet durven dromen. We pakken zilver bij de U23 dames en heren. Dat was onverhoopt en daarom doet het zo goed, ‘lachte Dlask.

Tot slot spraken we met de trainer van Quinten Hermans, Omer Vannoten. ‘We zijn blij met brons. Natuurlijk hadden we liever de wereldtitel behaald. Maar dat is competitie. Wie gaat het beste met de druk om? Wie is die dag de beste? Voor mij heeft hij een bronzen medaille gewonnen. Met die winst moeten we verder doen.

Brons op het BK en Europees kampioen, je bracht Quinten waar hij wilde staan?

Ik denk dat we moeilijk verder konden staan. Met zijn trainingen van de laatste twee weken was hij optimaal voorbereid. De dag zelf moet alles meezitten. Het weer zat wel mee. Maar hoe verteer je druk en de stress die op je afkomt? We hebben geprobeerd om hem niet teveel te beïnvloeden. Ik zag hem de laatste keer woensdag en heb hem dan met rust gelaten tot na de aankomst. Zo werk ik altijd met hem en dat is het beste. Niet iedereen doet dat en het minste dat je dan mist, kan het fataal zijn.

Je komt uit de atletiek, toch een aanpassing in het veldrijden, of niet?

Zo groot is het verschil niet. Er zijn zeker vergelijkbare zaken. Het veldlopen is te vergelijken met veldrijden. Alleen moet je dat delen door drie.  Ik begon met Diether Sweeck te trainen en nu ken ik de kneusjes wel, denk ik. Wat ik onlogisch vond, is dat een renner geen trainer heeft. Dat heb ik gezegd. De renners trainden redelijk ongestructureerd en daar heb ik verandering in gebracht. Ik vind niet dat je vijftien tegelijk kan trainen. Maximum drie is genoeg. Momenteel zijn we met twee. En we maken veel plezier en dat is belangrijk.

Reacties en interview: Erik Braeken

Foto’s: Bart Knops