Veldritcoach Eddy Ponet:’Ik krijg veel respect van de renners’

Veldritcoach Eddy Ponet:’Ik krijg veel respect van de renners’

Eddy Ponet leert samen met Pierrot Potargent al meer dan 25 jaar jonge veldrijders op. Hij volgde indertijd René Gerits op. Nu de malaise in het Limburgse veldrijden groot is, plaatst hij enkele kanttekeningen.

De tegenstelling is nog nooit zo groot geweest. Momenteel hebben we geen Limburgse profs meer in het veld. Daar tegenover staan wel vier Limburgse topcrossen. Ook van de Limburgse veldritten blijft er bijna niks over. Na het verdwijnen van Tessenderlo en Houthalen, blijft er volgend jaar enkel nog Eversel en Zonhoven over. Tenzij er op de valreep nog nieuwe organisaties bij komen. Bij Ponet en co volgen elke woensdagnamiddag een pak renners veldrittraining. Het succes van de trainingen is groot.

‘We trainen hier vaak met 80 tot 100 renners verspreid over het hele domein. We trekken ook renners uit andere provincies aan. Die komen omdat onze trainingen een meerwaarde zijn. Dat moet je verdienen. Want als je training niet interessant genoeg is, blijven ze weg. Ik krijg ook veel respect van renners en dat is een steun,’ weet Eddy.

Waarom is er zo weinig doorstroming van jonge Limburgse veldrijders?

Vergeet niet dat de beteren op die leeftijd goed zijn in meerdere takken van wielrennen. Zo komt er al snel druk om te kiezen voor een team. Ik bedoel niet de gewone clubs, omdat er onvoldoende, zeg maar geen interesse is om voor de cross te kiezen. Dat is in andere provincies anders. Daar vind je echte cross clubs waar jongeren doorgroeien en een meer gericht programma afwerken. Door de jaren heen hadden we zeker talenten, maar die jongens kozen dan voor de weg. Zonder steun van materiaal en een goede planning naar de winter toe is het onbegonnen werk. Hoopvol is dan weer dat er een doorgroei is vanuit de bmx. Dat verklaart waarom we nu een bredere kern hebben. En deze lichting heeft toekomst. Maar we moeten ze als nieuwelingen en junioren de kansen kunnen bieden om het te maken. En dat is waar het in Limburg stopt,’haalt Ponet aan.

We hebben nu Quinten Hermans en Ben Boets als voorbeeld. Ze kwamen terecht in een echte veldritploeg. Als er in Limburg ook zo’n team begint met de juiste begeleiding en materiaal. Dan zijn we vertrokken. Dat is de ontbrekende schakel om op hoog niveau mee te spelen.’ De laatste tien jaar is het crosslandschap helemaal veranderd. ‘Tien jaar geleden was het normaal om als wegrenner te crossen in de winter. Als je talent had, kwam je in de nationale selectie en dat was het ongeveer. Nu zijn de ploegen een heel jaar met renners bezig. Bovendien krijgen ze een opleiding in de wielerschool. Het materiaal is verdriedubbeld, de mobilhomes vervingen de traditionele kleedkamers en noem maar op. Men reed enkel in Limburg omdat er wedstrijden genoeg waren. Nu moet men wel elders rijden, omdat er hier geen meer zijn,’mijmert Eddy.

De veldritcoach wil een denktank oprichten om ondermeer organisatieproblemen aan te pakken.’Eigenlijk zijn we hiermee al te laat. We hadden vroeger moeten inspelen om dit op te lossen. Meer samenwerken met de organisatoren en bijvoorbeeld een kostennota opstellen, zodat ze weten wat het allemaal kost. En waarom geen groep vrijwilligers oprichten die ergens gaan helpen waar het nodig is,’besluit Ponet.