Geert Wellens blikt vooruit in het dames veldrijden

Geert Wellens blikt vooruit in het dames veldrijden

Geert Wellens is niet langer de broer van. De broer van Bart heeft zich in korte tijd weten op te werken tot één van de meest toonaangevende ploegleiders in het dames veldrijden. Hij is de ploegleider van AA Drink- Kalas.  Bovendien heeft de man uit Vorselaar een hele goede visie over de toekomst van deze categorie in de cyclocross en is hij ook organisator van de veldrit in Vorselaar.  We spraken met Geert af net voor de nationale kampioenschappen in België, Nederland en Tsjechië. En Geert stak zowaar een monoloog af. In elk van deze landen heeft Geert en zijn team ijzers in het vuur voor medailles en/of titels.

Geert, vertel eens over je toekomstplannen met je team? 

Geert: Momenteel ben ik bezig met de uitbouw van mijn team voor 2017. Ik ben in onderhandeling met enkele sponsors. Ik wil ze overtuigen om in ieder geval te blijven. Volgens mij hebben ze niet te klagen, als je ziet dat er toch mooie uitslagen zijn dit seizoen. Met of zonder titel in eigen land of het buitenland gaat dat weinig veranderen voor  de sponsors. We hebben dit seizoen al wat laten zien. Zeker omdat we vanaf nul zijn moeten beginnen. Het budget moet uitgebreid worden en dat is niet simpel. Als ik echt moet roeien met de spaden die ik nu heb en met het tempo dat ik leef voor de ploeg. En ik krijg niets extra. Ja, dan wordt het moeilijk om te blijven bestaan in 2017. Dat staat nu al vast. Ik geef de hoop nog zeker niet op. Als ik in september nog niet weet waaraan ik aan toe ben, dan wordt het moeilijk. Maar dat is nog een half jaar en dan is het nieuwe seizoen weer begonnen. In de eerste plaats wil ik de grote namen in de ploeg houden. Het is zo ver gekomen dat jeugdrenners niet meer tevreden zijn met een broek en een trui. Daar ga ik niet meer in mee. Dames moeten meer aandacht krijgen en daar sta ik volledig achter. Ik wil ook mijn duit in het zakje doen door ze professioneel te begeleiden. Ik geef ze techniektraining en raad en advies, want dat ontbreekt nogal vaak. Ik wil alleen maar doen wat haalbaar is. Sommige ploegen begroten meer en daar is misschien iets meer budget. Echt specifiek dames te begeleiden gebeurt bijna nergens. Maar ik haal geen rensters binnen met extra fietsen en dergelijke te beloven. Al hebben onze rensters niet te klagen wat materiaal en toebehoren betreft.

Je krijgt in je team hulp van je broer die ontegensprekelijk veel ervaring heeft?

Momenteel is onze Bart wel geopereerd. Maar vorig jaar in augustus heb ik een mini stage georganiseerd en daar heeft hij een starttraining en een crosstraining gegeven. Daar praten ze nu nog van. Dat blijft wel bij. Neem nu bijvoorbeeld Tess van Loy. Die is nog jong en wil nog veel leren. Die vroeg expliciet aan mij om mee het parcours te verkennen voor het BK.  Ik zal mijn tijd nemen om met haar het parcours te verkennen. En waarom niet als hen dat rust en voldoening geeft?  Dat verkies ik dan boven het opvangen van de VIP op dat moment. Die VIP mensen zullen dan wel een kwartiertje langer kunnen wachten(lacht).

Je bent één van de pioniers die het dames veldrijden in de kijker hebt gezet. Het dames veldrijden wint aan populariteit en komt ook op tv. Het wordt belangrijk. 

We trachten met Maud Kapteijns en de Tsjechische Laskova internationaal te scoren op de wereldbekerwedstrijden en de Bpost banktrofee. Als je die wegneemt, kom je niet in beeld. Dat ligt moeilijk voor sommige sponsors. Ze redeneren vaak: je komt niet in beeld,dan heb je geen goede ploeg. Uiteindelijk moet je om een goede ploeg te hebben, rensters hebben van boven de twintig en dan praat ik niet meer over een jeugdwerking. De meisjes die ik nu begeleid tussen de 14 en 16 jaar gaan misschien binnen twee tot drie jaar wel in beeld komen. Misschien wel in een andere ploeg, maar ik heb ze wel begeleid. Ik probeer ze natuurlijk wel te houden. Het is wel leuk om daar resultaten mee te halen in de toekomst.

Je pleit om meer samen te werken met de Belgische wielerbond en om zo meer te doen voor het dames veldrijden?

Het is al heel goed dat ze verschillende categorieën maken. Alleen zouden ze toekomstgericht die categorieën moeten opsplitsen in aparte wedstrijden. Bijvoorbeeld nieuwelingen en junioren samen met de beloften. Of met de elite samen. Of met een halve minuut er tussen. Het deelnemersveld van de beloften is echt niet groot. Maar ze starten wel samen met de elites. Als per toeval nu een goeie Femke Van den Driessche  Sanne Cant zou kloppen, dan heb je wel een probleem.  Ik zie het niet direct gebeuren, maar het kan wel. Gaat Femke dan de titel krijgen als belofte of als elite? Dat is een heel moeilijke situatie, maar het kan gebeuren. Het is realistisch. Dat geldt even goed voor de tweede of derde plaats. Dan gaan ze misschien niet zo van wakker liggen. Maar dan zou er wel paniek zijn. Op het laatste moment is beslist om die categorieën op te splitsen. Dan komen er details boven. Nu zijn er vier truien te winnen, eerder waren dat er maar drie. Naar volgend jaar zullen ze dat zeker doen. Als ik in naam van de ploeg praat en toekomstgericht neem je bij  de U23( beloften) in plaats van alleen Femke en Laura direct een vijftal meisjes mee naar het WK om ervaring op te doen. Als je iemand van 19 of 20 jaar er plots ingooit, zal die het niet halen. Ze hebben kwaliteit genoeg, maar je moet ze natuurlijk nog motiveren ook.

En dan de kampioenschappen? Je hebt zowel op het BK, NK of de Tsjechische kampioenschappen een ijzer in het vuur? 

Maud Kapteijns

Maud Kapteijns in Nederland kan mits een goede dag een top vijf rijden, zelfs podium. Dat gaat moeilijk worden. Maud is goed aan het rijden, maar de concurrentie wordt beter. Zij blijft haar zelfde niveau houden. Dat is verre van slecht, als je ziet waarvan ze komt. Als ze top vijf kan rijden, kan ze ook wereldkampioene worden in Zolder. In Tsjechië is er Laskova en is er maar één categorie bij de elite.  Normaal gezien zal ze  zilver moeten halen, want Havlikova zal onklopbaar zijn. Maar als je tweede kan worden, kan je ook eerste worden. Daar moet je vanuit gaan. Je kan wel winnen. De nationale kampioenschappen kunnen meevallen of tegenvallen dus.

Bij de dames jeugd hebben we Tess Van Loy. Als Tess daar vijfde of zesde wordt en ze komt moe gestreden over de meet, ben ik al heel gelukkig. Want ze is eigenlijk nog maar aspirante en ik vind niet dat je haar druk moet opleggen door haar te zeggen dat ze moet winnen. Dat kan ze misschien wel, maar als het niet gebeurt is het goed. Een veertienjarige druk opleggen om het podium te halen is wat te hoog gegrepen. Tess komt uit het mountainbiken. Ze werd Belgisch kampioen bij de aspiranten en ik ben met de ouders gaan praten. Ze mountainbiket zo graag dat ze dat van mij mag blijven doen. Daarna kan ze nog altijd naar de cross overstappen. Ze heeft al een grote stap voorwaarts gezet. Ook al heeft ze nog geen wegwedstrijd gereden, want ze kent geen wegfiets. Ze heeft nog een ongelofelijke groeimarge en zeker met de trainingen die ze nu afwerkt en verteert. Het is het talent voor de toekomst.

Bij de dames junioren is het een ander verhaal voor ons. We gaan voor de titel, maar daar zijn vier tot vijf kanshebbers. Als Jara Noël een goede dag heeft, zijn we gerust. Ik heb ze in Lichtaart nog nooit zo goed zijn rijden als in de twee jaar dat ik ze ken. Heeft ze een mindere dag dan komen de andere meisjes zeker opzetten.

Bij de beloften hebben we kans voor het podium, niet direct om te winnen of het zilver. Want dat zal sowieso tussen Femke Van den Driessche en Laura Verdonschot gaan. Maar Shara Maes kan het podium halen in een goede dag. En Axelle Bellaert kan dat ook. Ze zijn even goed op deze moment. Waarom niet dan?

Als je alles op een rijtje zet, wordt het zondag zeker een mooie dag.

Op het moment dat je die titels en podiumplaatsen haalt, wordt het toch makkelijker om met sponsors te praten of niet?

Je moet vooral nu de sponsors overtuigen om voor hetzelfde doel te gaan als wij doen. Ze moeten al graag de wielersport sponsoren. Die sponsors die ik nu heb, hebben een hart voor de wielersport. Ik ken de mensen ook goed en vertel waar ik mee bezig ben. Die hebben me vanaf de eerste dag meegemaakt en zien nu wat het resultaat is. Ze mogen, denk ik, zeker niet klagen. Als ze beseffen dat we werken met een drie tot vierjarenplan, moet je wel een talent dat nu vijftien of zestien jaar is en Belgisch kampioene wordt, goed begeleiden. Ze is dan twintig als je met dat plan werkt. Ze zal dan wel mooie prestaties hebben laten zien. Anders werk je beter van jaar tot jaar en ben je haar misschien kwijt of gaat ze naar een grote ploeg. Dat wil ik vermijden. Maar voorlopig kan ik ze niet tegenhouden. Het systeem in België is gewoon dat je elk jaar van ploeg kan veranderen. Ik ga zeker niet meegaan in een opbod. Als ze zich niet goed voelen in de ploeg, mogen ze vertrekken.

Als organisator van de veldrit in Vorselaar heb je vast nog plannen?

Dat is soms moeilijk. Het bestuur staat nu op poten. We hebben al vijf keer georganiseerd en vijf keer was het een schot in de roos. We hadden het afgelopen jaar al de provinciale kampioenschappen hier. Eerst wilden we een grote cross worden. Maar dat is momenteel nog niet realistisch, zeker qua budgetten. Je ziet dat de kijkcijfers minder worden omdat Sven Nys stopt. Je moet al een kampioenschap hebben of in een grote organisatie stappen om van de grond te geraken. Ons volgende doel ligt in het WK voor de masters. Zeker niet voor volgend jaar, want dan zitten er andere kapers op de kust. Deze organisatie willen we nog verder uitbreiden met een bijkomende dag voor aspiranten misschien. Dit jaar komen de G-sporten er al bij op woensdagnamiddag.

Geert, bedankt voor dit mooie interview. Je stelt je kennis en visie ten dienste van het team. Dat is heel nobel. Nog heel veel succes de komende jaren!

Foto’s : website AA Drink Kalas en Bart Knops.

Interview: Erik Braeken