Kristien Nelen 25 ste in wereldbeker enduro

Kristien Nelen 25 ste in wereldbeker enduro

ava

Kristien Nelen is sinds een jaar bezig met enduro. Om haar internationaal niveau eens te testen, nam ze deel aan een wereldbeker. En ze werd er 25 ste. Een resultaat waar ze tevreden mee is. Lees hier haar wereldbekeravontuur.

Na amper 1 jaartje ervaring in deze nieuwe discipline besloot ik om me toch eens te testen in een wereldbeker. Waar zou ik staan, wat is het niveau, hoe zwaar is het, hoe moeilijk zijn de specials,….

Samen met 2 teammaten (Alexandra Marchal & Daniel Prijkel) gingen we het uitvissen in het Franse skistation Valloire-Galibier. Er stonden ons 3 specials op zaterdag en 3 op zondag te wachten. Het leek me iets van niks! En dan nog met de lift naar boven, daar is toch niets aan? Daar dacht ik zaterdagavond wel anders over!
Blijkbaar is er bij elke wereldbeker een ander “format”, dit hangt af van de plaats (hoogte & liften). Bij deze had je telkens 1 trainingsrun (zonder te stoppen om te kijken of herproberen van een moeilijk stuk) en dan meteen erna de getimede run. De eerste special van de dag deed je 1x, de tweede special 2x. In totaal kwam je dus aan 6 runs per dag die tussen 15 en 25 minuten duurden….net dat maakte het zo zwaar! Verder werden zowat alle onderdelen van je fiets bestickerd, gedurende het weekend mocht je geen onderdelen vervangen (zelfs wielen). Indien dit wel gebeurde omdat het nodig was door bv een val, kreeg je 5 minuten straftijd.
Zaterdag was ik super zenuwachtig, ik had buikpijn. De eerste special vond ik al redelijk moeilijk maar dit zou de gemakkelijkste van het weekend zijn! Het beperkte zich tot het bovenste gedeelte met stenen, daarna werd het snel en fysiek met veel bijtrappen. Een kolfje naar mijn hand. Er werd om de 10 seconden gestart. Alles ging goed en ik reed de 25e tijd. Tussen de specials door ging het er relaxed aan toe en iedereen sprak met iedereen. Totaal anders dan op een XC.
De tweede special was een pak moeilijker. Na de start moest je door een sneeuwzone, amper te doen. Ik besloot de “cyclocrossmanier” toe te passen . Verder was het de hele tijd hard werken op en tussen de stenen met op het einde dan nog een stevig klimmetje. Na de trainingsrun begon ik het toch al wat te voelen en er waren nog 2 getimede runs te gaan! Hmmm, dit is toch best zwaar…. De eerste getimede run faalde mijn cyclocrosstactiek en ik dook de sneeuw in! Daarna moest ik de ene na de andere meid voor laten op de technische passages, demotiverend. Het niveau was echt hoog. De laatste special was dus dezelfde en je zou denken dat je sneller bent…niet! Zoveel scheelde het niet maar je zag toch bij velen de vermoeidheid opsteken. Ik haalde 2x de 28ste tijd.
Zondag om 7.45u de lift in voor het tweede deel van de wedstrijd. Deze keer moesten we een langer verbindingstuk doen naar een andere lift maar deze was een afdaling. “Joepie!” zou je denken maar dat was het na één keer al niet meer… In tegendeel: dit holderdebolder alpenpaadje ging voor menig rijder de hel worden. Nog voor je aan je run begon waren je armen alweer verzuurd en je handen verkrampt. Na wat opspattend water in die afdaling had ik opeens bijna geen achterrem meer! Vertwijfeld stond ik aan de tweede lift, wat nu? Ben dan toch maar aan de trainingsrun begonnen en de rem hield het nog. Wel kwam ik ten val in een rockgarden, mijn voorwiel bleef ergens steken. Ik ging spectaculair over het stuur maar zonder erg dankzij de bescherming.
De eerste special was nog moeilijker dan die van gisteren, steile stukken over rotsen en deze keer ook grote losse stenen. Armen, benen en handen deden nu zo pijn dat het steeds moeilijker werd om de fiets onder controle te houden. Ik was blij dat we deze moeilijke maar 1x  getimed moesten doen. Het eerste stuk waar ik viel kwam ik goed door, maar dan viel ik weer elders. Mijn beenbeschermer was losgekomen en het kostte wat tijd om deze terug goed te doen. Het werd de 28e tijd.
We keken op naar de nog 3 resterende afdalingen doordat je ook telkens die hobbelige verbindings-afdaling moest doen en het was maar hopen dat de rem het hield. De tijd dat je in de lift zat gebruikte je om je armen en handen te stretchen tegen de pijn. De laatste special was nog een ferme. Zowel technisch als fysiek, er zaten nog een paar steile klimmen in en dat op het einde van de dag/weekend. Voor mij kwam dat goed uit, de conditie zit goed en de beentjes ook nog wel. Maar die armen en handen…
Ik had maar 20 seconden achter op mijn voorligster, de Ierse Cait Elliot. Ik besloot om haar tijdens de trainingsrun goed te bekijken en probeerde haar wat onder druk te zetten door kort te volgen. Dat was een gok want je moest natuurlijk proberen om zo’n run op reserve te doen en krachten te sparen. Remmen met 1 vinger lukte niet meer, 2 vingers waren nodig om controle te houden.
Ik had me voorgenomen om me minder te focussen op de track en meer op Cait. Dit lukte wonderwel tot een snellere rijdster mij wou passeren waardoor ik van mijn lijn af moest en naast de linten belandde. Weg was Cait… In een poging om terug te komen ging ik onderuit in een bocht met losse steentjes. Alles moest dan maar gebeuren in die laatste run. Iedereen zat er door, verschillende rijders probeerden om de bochtige verbindings-afdaling zoveel mogelijk af te snijden over het zachte gras om de geteisterde armen te sparen.
3-2-1 GO! Vooral zien dat ik het eerste lastige rotsenstuk goed doorkwam en dan focussen op Cait. Het was echter heel moeilijk om de concentratie te behouden na zo’n vermoeiende dag en ik moest een paar keer mijn voet zetten, maakte kleine foutjes, ging weer bijna ergens over het stuur. Oef, ik was door het ergste heen en zag Cait nog rijden! De focus was terug en het lukte om korter te komen, tegen het einde zat ik in haar wiel maar voorbijgaan ging niet meer. Leuk om met een goed gevoel te eindigen! Nu was het spannend of ik nog een plek ging opschuiven.
Gelukt! Ik werd 25e van de 40 starters. Toch tevreden al kom ik nog veel te kort in de echt technische passages, mijn fysiek maakt veel goed maar zoals blijkt geeft dit toch niet de doorslag op dit niveau. Veel toppers zijn dan ook ex-downhillsters. Dit zal dus een werkpunt blijven en alleen kunnen verbeteren door veel buitenlandse wedstrijden te rijden om ervaring op te doen.