Sport staat niet boven de maatschappij

Sport staat niet boven de maatschappij

Jeugdrenners blijven voorlopig nagelbijtend wachten op hervatting van de competitie

Terwijl elke wielerliefhebber reikhalzend uitkijkt naar de voorjaarsklassiekers die de komende weken in ons land op stapel staan blijft het stil in de jeugdrangen. Samen trainen met maximaal 10 renners kan voor de jeugdcategorieën tot de juniores. Maar wedstrijden afwerken is er voor hen jammer genoeg niet bij. En die competitiestop duurt al zeker tot en met 30 april. Waarom? Omdat het gewoon niet mág.

Een ploeg van 11 miljoen Belgen doet op dagelijkse basis inspanningen om het coronavirus klein te krijgen. In de privésfeer, op het werk, in het leven van alledag en dus ook in de sport. Na uitgebreide consultaties met de regelgevende instanties en de experten kwam er wat de wielersport betreft uit de bus dat professionele en topsportwedstrijden konden blijven plaatsvinden. Mits het strikt naleven van een streng protocol. Net zoals voor alle andere sporten kan dat jammer genoeg niet voor de ‘breedtesport’ en voor de competities voor jonge renners. In de hele Belgische sportwereld wachten jonge atleten nagelbijtend op betere tijden.

Je blind staren op het aantal profwedstrijden dat wél mag plaatsvinden zou een verkeerd signaal zijn. Want het vergt in deze troebele tijden enorm veel van een organisator om zijn of haar koers toch te laten plaatsvinden. Voor elke wedstrijd moet bijvoorbeeld een toelating gevraagd worden bij het ministerie van Sport. En bij het toekennen van die permissie wordt niet over ijs van één nacht gegaan. Zo moet de organisator bijvoorbeeld kunnen garanderen dat het hele event volgens het opgelegd protocol covidproof op poten wordt gezet.

Dat is absoluut niet vanzelfsprekend, ook omdat wielrennen wordt beschouwd als een contactsport, een discipline met een verhoogd risico. In een peloton is het immers onmogelijk om de veiligheidsperimeter van 1,5 meter onderlinge afstand te handhaven. Dus moet er voor en na de wedstrijd aan enorm strenge voorwaarden worden voldaan, onder meer inzake testing. Inspanningen die worden geleverd door ploegen (renners en staf), organisatoren (en al hun medewerkers) én de afgevaardigden die Belgian Cycling uitstuurt om alles op sportief en organisatorisch vlak in goeie banen te leiden.

We zitten straks weer met spanning voor de buis te kijken naar het aantreden van ’s werelds beste renners in ‘onze’ wedstrijden. Maar tegelijk zitten we met zijn allen ook af te tellen naar het moment dat de kampioenen van morgen en overmorgen weer aan de slag mogen. Belgian Cycling en haar vleugels – Cycling Vlaanderen en FCWB – hebben wel degelijk een ‘exitplan’ uit de sportieve miserie, een piste die onze jongeren weer zo snel mogelijk in competitieverband op de fiets moet krijgen. Maar dat licht wordt niet door de federaties op groen gezet. Sport staat niet boven de maatschappij. Dus is het nog even wachten tot het tij keert. Voor iedereen…

Tekst van Guy Vermeiren

Foto : Luc Wilms