Vijf vragen aan Frans Claes

Vijf vragen aan Frans Claes

Frans Claes is aan succesvol seizoen bezig, vooral in de marathon. We legden hem vijf vragen voor.

Frans Claes portret

Je zit nu in een ander team en het vlot blijkbaar. Vertel eens wat over je team?

Sinds dit jaar rij ik voor het LOVING HUT MTB TEAM, een team dat ik met eigen middelen opstartte. Ik zorg daarnaast ook voor sponsoring, zodat het voor mij haalbaar is om een degelijk internationaal programma af te werken. Uiteraard word ik hierbij geholpen door mijn ouders die zich ontfermen over de bevoorrading- en technische zones en die mij ten allen tijde proberen helpen waar mogelijk. Raf De bakker die als tweede renner deel uit maakt van het team gaat vaak mee trainen of naar wedstrijden en is ook communicatieverantwoordelijke. Met de hulp van deze en andere mensen probeer ik me zo goed als mogelijk voor te bereiden  op de wedstrijden. Zonder hen zou het alvast veel moeilijker zijn.

– Gaat je aandacht dit seizoen prioritair uit naar de marathon?

Ondanks het feit dat ik regelmatig deelneem aan cross country wedstrijden blijft de marathon toch de discipline die ik het liefste beoefen en waar ik met mijn capaciteiten op internationaal niveau het verste in kan geraken. De cross-country wedstrijden zijn echter uitstekende voorbereidingen  waar ik mijn explosiviteit en technische skills op peil mee kan houden.

– Hoe kunnen we het mountainbiken in ons land nog beter promoten?

Geen gemakkelijk vraagstuk maar naar mijn mening ontbreken er vooral voldoende financiële middelen om het mtb in ons land naar een hoger niveau te tillen. Daarbij is het prijzengeld een zeer belangrijk en onderschat onderdeel. Met een hoge prijzenpot wordt een kwalitatief en internationaal deelnemersveld aangetrokken. Deze toprenners die vaak veel aandacht genieten staan ook garant voor spanning en spektakel waar fans en media op afkomen. Broodnodige aandacht die nodig is om de sport verder te promoten en bekend te maken bij het brede publiek. Belangrijk is ook dat men dit op langere termijn bekijkt en dat er enkele sterke mensen achter staan die ook politiek actief zijn. Denk maar aan wedstrijden zoals de Cape Epic in Zuid-Afrika of de Sella Ronda Hero marathon in Italië die, naar mountainbikenormen, geïnvesteerd hebben in een mega prijzenpot en dit zowel voor mannen als vrouwen. Nu zovele jaren later zijn dit wedstrijden waar quasi elke mountainbiker met ambitie wil winnen of deelnemen én die in binnen- en buitenland toch aardig wat belangstelling genieten. Voor mij is het ook een evidentie dat voetbal, tennis of wielrennen veel meer aandacht van de Belgische media krijgen dan mountainbiken.  Het aantal beoefenaars zowel bij de jeugd als de volwassenen ligt in ons land dan ook nog altijd veel hoger in deze sporten dan in het mountainbiken. De lange traditie van deze sporten en de idolen zoals nu de Rode Duivels of vroeger Kim Clijsters zijn ideale aantrekkingspolen voor kinderen om hun sport te kiezen. Meer jonge beoefenaars betekent ook  meer kans op talent dat kan uitgroeien tot  toppers die nodig zijn om de sport te promoten en groter te maken. Veel wordt echter vergeten dat toppers ondanks hun zogenaamde talent ook professionele begeleiding en motivatie nodig hebben om aan de top te komen én er te blijven. En hier is echter geld voor nodig. Geld dat bij gebrek aan politieke bereidwilligheid (wat ik gezien de lage populariteit van het mtb’en in België ook wel begrijp) vanuit het mountainbiken zelf zal moeten komen. Organisatoren, teamleiders en sponsors die het mountainbiken naar een hoger niveau willen tillen zullen naar mijn mening naar een hogere versnelling moeten schakelen. Zo niet zal het mountainbiken in België verder afbrokkelen en wordt het een plezier-sport die quasi alleen nog door amateurs wordt beoefend.

– Mountainbiken in het buitenland is toch een andere ervaring of niet?

Vooral in de Alpenlanden of landen waar MTB als wielerdiscipline hoger staat aangeschreven is er toch wel meer beleving rondom de wedstrijden. Maar veel hangt ook af van de professionaliteit van de organisaties. Een groot verschil met bvb marathonwedstrijden in ons land is het gebrek aan waardering voor competitiereners. Waardering in de vorm van persaandacht, prijzengeld en aanmoedigingen van supporters. In het buitenland waar MTB een belangrijke sport is kijken kinderen op naar de toprenners en zorgen zo voor de volgende generatie toppers. Ik wil niemand met de vinger wijzen, want elke organisator heeft wel zijn eigen motivatie om een koers in te richten. Maar een beetje respect voor de renners die mtb met heel hun hart beoefenen en die als Belg proberen symbool te staan voor de jeugd is soms ver te zoeken. Om mijn niveau op te krikken en zo de volgende stap in mijn carrière te kunnen zetten moet ik dan ook met spijt in het hart buitenlandse wedstrijden verkiezen boven nationale races. Met de World Cup in Houffalize hadden wij in het verleden echter een unieke kans om ons als Belgenland als één van de belangrijke mountainbikelanden te worden, maar spijtig genoeg hebben wij deze kans laten schieten. Ik hoop echter dat we deze beleving terug naar België kunnen halen en we als competitierenners niet steeds naar het buitenland moeten vluchten.

– Wat zijn je hoofddoelen dit seizoen?

De manches van de World Serie Marathon zoals Laissac waar ik vierde werd en Roc d’Ardenne als vijfde. Verder de Alpentour, World Championships Selle Ronda Hero marathon en ook de Crocodiletrophy.

Bedankt Frans voor dit interview. Veel succes nog!

Foto’s: Wim Vanderwegen