De 29-jarige Belg, de verdedigend Europees kampioen, won verdiend de tweede editie van de wereldbeker veldrijden in Val di Sole door het harde en verraderlijke parcours vakkundig te beheersen. Teleurstelling voor Mathieu van der Poel, die achtste werd.
Toen veldrijden de toppen van Val di Sole, waar al mountainbikekampioenen wonen, betrad, was het de bedoeling iets geheel nieuws in het landschap van de sport te brengen. Sneeuw en hoogte waren niet slechts choreografische elementen van het wereldbeker parcours in Vermiglio, maar eerder de basis van een format dat in staat is om de kaarten te schudden, te verrassen, op te zwepen en ronde na ronde leed toe te brengen op het steeds veranderende terrein. Met als opzet ooit het veldrijden op het programma van de Olympische winterspelen te krijgen.
Al deze elementen kwamen samen tijdens de tweede editie van het evenement in Vermiglio, gelegen aan de voet van de berg Tonale, dat op zaterdag 17 december prachtig en zonnig stond voor de meest gevierde renners in het internationale veldrijden. Onder hen was Mathieu van der Poel, de meest verwachte van allemaal, die door meer dan één fan op de overwinning was geattendeerd, maar die het niet mocht zijn. Krachtig en vorstelijk in de trainingen had van der Poel moeite om zijn ritme te vinden op zaterdag op een parcours met een compleet ander oppervlak dan de zachte sneeuw van vrijdag en de harde, bijna ijzige ondergrond van de krachtmeting.
De mannentitel in Val di Sole blijft in België, en op het podium van 2022 stond een glimlachende Michael Vanthourenhout, 29, de regerend Europees kampioen en tweede in Vermiglio in 2021. Het is niet verrassend dat Vanthourenhout degene is die van der Poel had aangewezen als de gevreesde rivaal voor de race van zaterdag. De naar Oost-Vlaanderen uitgeweken West-Vlaming kwam in de eerste ronden samen met Kevin Kuhn uit Zwitserland en Niels Vandeputte, met daarachter Eli Iserbyt en Laurens Sweeck, terwijl van den Poel moeite had om vooruit te komen.
Tegen de derde ronde had Vanthourenhout door zijn zuivere rijgedrag – dat wijst op een vrijwel foutloze race – zijn vroege rivalen in de tang, waardoor hij de marge kon vergroten die hem aan de finish in Vermiglio zou veroveren.
“Er was een geweldige sfeer in Vermiglio vandaag. Het parcours was een echte uitdaging; het plan voor mijn race was om te proberen zo weinig mogelijk fouten te maken en dat is gelukt. Ik probeerde een wedstrijdtempo aan te houden, en ik maakte het zo goed mogelijk af. Het is duidelijk dat snowcross bij mij past, en naar mijn mening verdient zo’n format de showcase met vijf ringen”, aldus Vanthourenthout.
Vandeputte en Kuhn streden met elkaar om de podiumplaatsen, met als derde wiel Laurens Sweeck, die niet verrassend de leider is in de wereldbeker. In Val di Sole kregen de jongeren echter de overhand: Vandeputte, bouwjaar 2000, tweede, en Kuhn, geboortejaar 1998, derde, beiden op hun eerste podiumplaats.
Sweeck, vierde, kan even glimlachen omdat zijn belangrijkste rivaal voor de beker, Iserbyt, werd uitgeschakeld door een crash die pijnlijk genoeg was om hem tot opgave te dwingen, maar zonder ernstige gevolgen. Hij heeft nu een marge van 23 punten op Vanthourenhout na 10 van de 14 evenementen op de kalender.
Van der Poel werd achtste op 3:14. Hij reed weg door het publiek dat hem de hele wedstrijd luid toejuichte (zaterdag waren er 7.000 aanwezig in Vermiglio). Vrede sluiten met Vermiglio’s sneeuw zal echter nog een jaar moeten wachten.

Foto’s: Daniele Moleneris, Michele Mondini